Wat de overheid kan doen voor alternatieve eiwitten
In Nederland is het inmiddels mogelijk om kweekvlees te proeven. Nu de rest van Europa nog.
Nederland had deze week een primeur in Europa: voor het eerst mocht bij Meatable kweekvlees worden geproefd. Ook bij Mosa Meat, de andere maker van kweekvlees in Nederland, komen binnenkort proeverijen. Dit naar aanleiding van een motie van Tjeerd de Groot (D66) en Peter Valstar (VVD) twee jaar geleden, die het kabinet verzocht om proeverijen mogelijk te maken.
Hopelijk helpen de proeverijen om in de rest van de EU steun voor kweekvlees te vergaren. Die is nodig om het op de markt te krijgen. Voor verkoop is Europese toestemming nodig. Pas wanneer die zeker is, kunnen bedrijven gaan opschalen. Als we in Nederland laten zien dat kweekvlees niet alleen veilig, maar ook lekker, makkelijk en goedkoop kan zijn, dan nemen we hopelijk de wind uit de zeilen van protectionistische lidstaten die het willen verbieden.
Bedrijven kijken naar het buitenland
Vooralsnog kijken bedrijven naar het buitenland. Eerder kondigde Meatable aan varkensworsten in Singapore te gaan kweken in plaats van in Nederland. Hun kweekproces neemt nog maar vier dagen in beslag. Het duurt zestig (!) keer zo lang om een varken vet te mesten, te transporteren en te slachten.
Ook Amerika en Israël staan de verkoop van kweekvlees al toe.
Europa dreigt ook de slag om gefermenteerde eiwitten te verliezen. Zo voedt The Protein Brewery uit Breda schimmels met koolhydraatrijke gewassen, zoals aardappelen, maïs, rietsuiker en suikerbieten, die ze omzetten in eiwitten. Het product, Fermotein, is rijk aan mineralen, onverzadigde vetzuren, vezels en vitamines, en kan worden toegepast in gebak, sauzen en vleesvervangers. Amerika en Singapore hebben The Protein Brewery toestemming gegeven om Fermotein te verkopen.
Sommige EU-lidstaten liggen dwars
De vertraging zit ‘m in Europa niet alleen in het goedkeuringstraject van de voedsel- en warenautoriteit EFSA; er is ook onzekerheid over markttoetreding. Dat is een politieke beslissing.
Zodra de EFSA een voedselproduct als veilig heeft beoordeeld, beslissen de Europese ministers van Landbouw of het op de markt mag komen. Dat is normaliter een formaliteit, maar Frankrijk en Italië hebben al aangegeven tegen kweekvlees te zullen stemmen — ongeacht de wetenschappelijke toetsing van de EFSA. Zij willen kweekvlees niet als concurrent van ‘traditionele’ veeteelt.
Daarmee bedoelen ze de intensieve veehouderij van de afgelopen halve eeuw, want kweekvlees biedt juist een (aanvullend) verdienmodel voor extensieve veehouders. Die zouden celmateriaal aan kweekvleesbedrijven kunnen verkopen of zelf vlees kunnen kweken op hun boerderij, waardoor ze met minder dieren meer geld kunnen verdienen. Het zijn de leveranciers van veevoer en de slachthuizen die kweekvlees als concurrent zien.
Hongarije, Oostenrijk en Polen hebben ook twijfels. Samen met Frankrijk en Italië zouden zij een blokkerende minderheid in de Europese Raad kunnen vormen.
Vlak voordat hij in maart afscheid nam van de Tweede Kamer, wist De Groot nog een motie door de Tweede Kamer te krijgen die het kabinet oproept om alternatieve eiwitten, zoals kweekvlees, op het werkprogramma van de volgende Europese Commissie te zetten. Alleen Denk, Forum voor Democratie, PVV en SGP stemden tegen. Minister van Landbouw Piet Adema (CU) bevestigde vorige week tijdens een debat dat hij hier in Brussel voor pleit.
Tweede Kamer wil ‘koploper’ zijn
Valstar en Nilüfer Gündoğan (oud-Volt), beiden vorig jaar niet herkozen, trokken in 2022 aan de bel over (precisie)fermentatie. In een motie, gesteund door alle partijen behalve FvD en PVV, vroegen zij de regering in kaart te brengen hoe deze biotechnologie kan worden gestimuleerd. Daar wordt nu onderzoek naar gedaan aan de Universiteit van Wageningen.
Thom van Campen, Claire Martens (beiden VVD) en Laura Bromet (GroenLinks-PvdA) wisten in maart een motie vrijwel Kamerbreed aangenomen te krijgen die uitspreekt dat Nederland ‘koploper’ moet worden in baanbrekende biotechnologieën, zoals precisiefermentatie. De motie verzoekt de regering om de mogelijkheden van staatssteun ten behoeve van een gelijk speelveld in Europa mee te nemen in het lopende onderzoek.
Het is in dat kader de moeite waard om nog eens in herinnering te brengen dat Nederland tussen 2018 en 2021 maar liefst 71 keer meer subsidie gaf aan vlees en zuivel dan aan plantaardige en gekweekte alternatieven: 2 miljard euro tegenover 28,7 miljoen. Sindsdien heeft het Nationaal Groeifonds 60 miljoen euro geïnvesteerd in onderzoek naar, en de opschaling van, kweekvlees, dus liggen de verhouding hopelijk iets anders.
Wat de overheid kan doen
Wat kan de overheid nog meer doen? Naast in de EU blijven opkomen voor Nederlandse innovaties, roept de gezamenlijke voedselstrategie van de Dierencoalitie en 23 bedrijven en organisaties, waaronder Meatable, Mosa Meat en The Protein Brewery, op om een kwart van het budget van de Topsector Agri & Food te besteden aan koploperboeren en voedselpioniers.
Ook kan de overheid onderzoek laten uitvoeren naar nieuwe toeleveringsketens en de rol van boeren in de productie van alternatieve eiwitten. Denk aan veehouders die dierlijke cellen aanleveren voor kweekvlees en akkerbouwers en tuinders die micro-organismen en schimmels telen voor (precisie)fermentatie.
Zodra er producten op de markt zijn, kunnen overheidsinstanties optreden als ‘launching customer’ om gefermenteerde en gekweekte eiwitproducten een vliegende start te geven.