Wat betekenen de tussentijdse verkiezingen in Amerika voor Europa?
De handel, kans op een financiële crisis en wapenleveranties aan Oekraïne.
Het Amerikaanse Congres wisselt van kleur. De Republikein Kevin McCarthy mag volgend jaar de voorzittershamer van Nancy Pelosi overnemen in het Huis van Afgevaardigden, de Amerikaanse Tweede Kamer. Of de partij ook de meerderheid in de Senaat haalt, is afwachten. In Nevada worden de stemmen nog geteld. Als de Republikeinse kandidaat daar wint, komt het aan op Georgia. Die staat houdt over een maand een tweede stemronde.
President Joe Biden, een Democraat, zal de komende twee jaar sowieso geen wetgeving meer door het Congres kunnen loodsen. Ook moet hij Republikeinse steun zoeken voor zijn begroting. Als de Democraten hun meerderheid in de Senaat verliezen, kunnen Republikeinen tevens de benoeming van diplomaten en rechters tegenhouden.
Wat betekent de wisseling van de macht voor deze kant van de oceaan? Ik schrijf er vandaag over in Wynia’s Week.
Kans op een financiële crisis
James Knightley, hoofdeconoom van de ING in New York, denkt dat de eerste confrontatie ergens in de lente komt. Dan moet het Congres beslissen over het schuldenplafond. Dat is een wettelijk vastgesteld bedrag — 31,4 biljoen dollar — dat de Amerikaanse overheid maximaal mag lenen. Toen Barack Obama president was, eisten de Republikeinen bezuinigingen in ruil voor ophoging van het plafond. Knightley verwacht dat ze dat volgend jaar weer zullen doen.
Het risico voor Europa is, dat gespannen onderhandelingen leiden tot paniek op Wall Street. Als de Amerikaanse staat haar schulden niet meer terugbetaalt, legt dat een bom onder investerings- en pensioenfondsen. Dat zal een weerslag hebben op de Europese beurzen.
Biden zal niet zomaar buigen. Hij heeft de afgelopen twee jaar grote budgetten uitgezet om de Amerikaanse infrastructuur op te lappen, elektrische auto’s, windmolenparken en zonnepanelen te subsidiëren, en de zorgkosten voor ouderen te verlagen. Dat draait hij niet in één klap terug. Ook Republikeinse eisen voor belastingverlaging gaan er bij de Democraten niet in. Die willen juist hogere belastingen voor topinkomens.
‘We zouden extreme machtspolitiek, economische ontwrichting and hogere rentestanden kunnen zien in een tijd dat de economie volgend jaar mogelijk in recessie raakt,’ schrijft Knightley. ‘Samen met onze verwachting dat de Federal Reserve’ — de Amerikaanse centrale bank — ‘de rentestand verlaagt, leidt dit er waarschijnlijk toe dat de dollar in de tweede helft van 2023 onder druk komt te staan.’
Dat is vervelend voor Nederlandse exporteurs: een goedkope dollar betekent dat zij minder euro’s vangen voor hun producten. Maar het is gunstig voor iedere Nederlander die wel eens een fles Jack Daniels koopt of een Harley-Davidson wilt aanschaffen: Amerikaanse producten worden goedkoper.
Steun voor Oekraïne staat niet op het spel
Heel Washington viel vorige maand over McCarthy heen, toen de Republikein waarschuwde dat zijn partij geen ‘blanco cheque’ zou tekenen voor verdere wapenleveranties aan Oekraïne. Achter de schermen lieten McCarthy en andere partijleiders volgens CNN doorschemeren dat de uitspraak voor de bühne was. In mei stemden nog 204 van de 262 Republikeinse congresleden in met een steunpakket van 40 miljard dollar voor Oekraïne.
De VS leveren meer wapens dan alle Europese landen bij elkaar, vooralsnog met een waarde van minstens 28 miljard euro. Daar komt eenzelfde bedrag aan humanitaire en financiële steun bij. Biden is daarmee de belangrijkste bondgenoot van de Oekraïense president Volodymyr Zelensky.
Ook omdat hij de eenheid binnen de NAVO heeft weten te bewaren. De zorg dat bondgenoten als Hongarije en Italië de sancties tegen Rusland zouden tegenhouden of afzwakken, is niet bewaarheid.
De meeste Amerikanen steunen Oekraïne. Slechts een derde wil snel van de oorlog af, ook als daarvoor Oekraïens grondgebied aan Rusland moet worden opgeofferd.
De Republikeinen zijn verdeeld: bijna de helft van hun kiezers is bereid concessies te doen aan Vladimir Poetin. Vier op de tien Republikeinen vinden dat Amerika te veel wapens levert. De voorman van deze beweging is oud-president Donald Trump.
Veel van zijn ‘America First’-kandidaten verloren echter op dinsdag. Meer traditionele Republikeinen — pro-NAVO, anti-Rusland — wonnen de verkiezingen.
Onenigheid over export naar China
Trump veranderde wel de meningen binnen zijn partij over China. Voor zijn aantreden had een meerderheid van de Amerikanen nog een positief beeld van het land. Inmiddels zien acht op de tien Amerikanen China als een bedreiging. Het ultrastrenge COVID-beleid van Xi Jinping, de onderdrukking van de Oeigoeren en de annexatie van Hongkong hebben daar ook een rol in gespeeld.
De handelstarieven die Trump invoerde, heeft Biden niet afgeschaft. Lagere importheffingen zouden Amerikanen tegemoetkomen in hun koopkracht, maar toen Biden daar eerder dit jaar een aanzet toe gaf, kreeg hij zowel de rechtervleugel van de Republikeinse partij als haviken uit zijn eigen partij over hem heen. Sindsdien heeft hij het er niet meer over gehad.
‘Er is een sterke consensus onder Republikeinen en Democraten in het Congres over de noodzaak van wetgeving om Amerika’s technologische voorsprong op China te beschermen,’ zegt Robert Ross, een China-deskundige aan de universiteiten van Boston en Harvard.
Mike McCaul, een Republikein uit Texas die voorzitter wil worden van de commissie-Buitenlandse Zaken in het Huis van Afgevaardigden, pleitte vorige week voor strengere uitvoerregels om te voorkomen dat China Amerikaanse uitvindingen steelt.
Biden heeft de uitvoer van moderne chipmachines aan China verboden, en zet Japan en Nederland, die zulke machines ook maken, onder druk om het Amerikaanse voorbeeld te volgen. In Nederland zou dat ASML raken. Het bedrijf heeft 1,9 miljard euro aan orders uitstaan in China.
De oproep komt een beetje hypocriet over. In augustus maakten de Democraten nog een wet die de komende vijf jaar 50 miljard dollar in de Amerikaanse chipsector steekt. Ook krijgen fabrikanten van computerchips en chipmachines een belastingvoordeel van 25 procent. Flinke staatssteun voor Amerikaanse bedrijven dus, en dan wil Amerika ook nog dat concurrenten in bevriende landen zich in hun eigen voet schieten?
Amerika beschermt de eigen markt
Europa vindt de Amerikanen op wel meer gebieden onredelijk. Biden heeft Trumps invoerrechten op aluminium en steel uit Europa weliswaar afgezwakt, maar niet afgeschaft. De grote koopkrachtwet die hij in augustus tekende, druist volgens de Europese Commissie in tegen de regels van de Wereldhandelsorganisatie. Om in aanmerking te komen voor 370 miljard dollar aan belastingvoordelen en subsidies, moeten elektrische auto’s en windturbines voor 100 procent in Amerika worden gemaakt. Dus ook grondstoffen en onderdelen.
Vooralsnog voldoet geen enkele elektrische auto aan de eisen, maar met zoveel geld op de plank wordt het voor Ford en General Motors wel de moeite waard om hun productie aan te passen. Voor Hyundai (Zuid-Korea), Toyota (Japan) en Volkswagen (Duitsland), de drie grootste autofabrikanten ter wereld, is het geen prettig vooruitzicht. In Amerika worden jaarlijks tussen de 15 en 17 miljoen auto’s verkocht. Alleen de Chinese markt is groter.
Vestas en Siemens, de Deense en Duitse fabrikanten van windturbines, maken zich ook zorgen.
De Fransen willen terugslaan. ‘We hebben een wet-“koop Europees” nodig, net als de Amerikanen,’ zegt president Emmanuel Macron. Duitsland en Nederland willen eerst onderhandelen.
Zonder meerderheid in het Huis van Afgevaardigden is de onderhandelingsruimte van Biden beperkt. Hij kan er niet zomaar een nieuwe wet doorheen jassen. Hij heeft wel de macht om vrijstellingen te verlenen, maar of dat genoeg is voor Europa? Een volgende president kan die immers weer intrekken.
De Republikeinen zijn sowieso niet onder de indruk van de Europese bezwaren. ‘Wij hebben jullie in Oekraïne gesteund, nu moeten jullie naar ons luisteren,’ is volgens Madja Ruge van de European Council on Foreign Relations de teneur.
Het Europees Parlement denkt daar anders over. Dat stemde donderdag in met een voorstel om bedrijven die in hun thuisland subsidies ontvangen hun toegang tot de Europese markt te beperken of zelfs te ontzeggen. Wat Chinese staatsbedrijven betreft, sluit dat aan op de wensen van Biden. Maar dat dezelfde regels tegen Amerikaanse bedrijven kunnen worden ingezet, was niet helemaal de bedoeling. De Europese Raad van regeringsleiders heeft het laatste woord.