Verzet tegen kernenergie is irrationeel
Het is een van de schoonste energiebronnen die we hebben.
Schone stroom bestaat niet. Gas, kolen en olie raken ooit op. Bij het verbranden van deze fossiele brandstoffen komen vervuilende stoffen en koolstofdioxide (CO₂) vrij. Jaarlijks sterven daar 8 miljoen mensen aan.
Teveel CO₂ in de lucht zorgt voor een broeikaseffect, waardoor de aarde opwarmt. Biomassa is ‘hernieuwbaar’, want voor iedere boom die je verbrandt kun je er een terugplanten. Maar dat gebeurt niet overal, en bij het verbranden van biomassa komen ook schadelijke stoffen vrij, zoals stikstof.
Wind- en zonne-energie zijn ‘duurzaam’, want de wind en de zon putten we niet uit. Maar windmolens worden deels van plastic gemaakt, wat weer van olie komt. Op zee staan ze vissers in de weg en zowel op land als op zee slaan ze geregeld vogels uit de lucht. Zonnepanelen worden van silicium (kiezel) gemaakt. Bij het zuiveren daarvan komt ook CO₂ vrij.
Borssele is veel efficiënter dan windmolens
Kernenergie stoot geen CO₂ uit. De witte rook die uit de koeltorens van kerncentrales ontsnapt is slechts waterdamp. Uranium, de meest gebruikte brandstof in kerncentrales, raakt weliswaar, net als gas, kolen en olie, ooit op, maar naar schatting is er nog voor eeuwen genoeg. Kernenergie is namelijk bijzonder efficiënt. Een kilo uranium levert twee miljoen keer zoveel energie op als een kilo benzine. Plutonium en thorium zijn ongeveer even krachtig en worden soms ook ingezet.
Onze kerncentrale in Borssele levert evenveel stroom als honderden windmolens, en dat zijn het soort mega-windmolens die alleen op zee worden gezet. Vergelijk je Borssele met windmolens op land, dan praat je al snel over duizenden.
Kernafval is miniem vergeleken met afval van andere energiebronnen
Nederland is een wereldspeler op de uraniummarkt. Het van oorsprong Nederlandse Urenco, inmiddels een samenwerking met de Britten en Duitsers, maakt 30 procent van ál het verrijkte uranium in de wereld. Daarmee bespaart Nederland twintig keer zoveel CO₂-uitstoot als al onze windmolens bij elkaar. Die wijsheid komt niet van de uraniumlobby, maar van dat rechtse bolwerk De Correspondent.
Kernafval is een probleem, maar vergelijk het met het afval dat andere vormen van elektriciteitswinning opleveren. Gas- en kolencentrales pompen hun afval de lucht in. Oude zonnepanelen worden in arme landen verbrand, waarbij giftige dampen vrijkomen. Windmolens gaan nog geen 25 jaar mee.
Al het kernafval dat de afgelopen zeventig jaar over de hele wereld is geproduceerd past in één voetbalstadion. Dat valt in het niet bij de milieuschade die sinds de Industriële Revolutie is aangericht door kolen, olie en gas. Nieuwe kernreactoren kunnen hun afval zelfs als brandstof hergebruiken tot er bijna niets van overblijft.
Een schoon Frankrijk tegenover een vies Duitsland
Frankrijk is dankzij kernenergie onafhankelijk van het buitenland. Het is zelfs een van de grootste stroomexporteurs van Europa. Frankrijk heeft vier keer zoveel inwoners als Nederland. Toch is zijn CO₂-uitstoot de helft van die van Nederland. Dat bereik je met kernenergie.
Vergelijk dat met Duitsland, dat vanaf 2030 stroom zal moeten importeren, omdat Angela Merkel alle kerncentrales sluit. In de tussentijd stookt het land meer kolen, wat een van de meest vervuilende energiebronnen is. De afhankelijkheid van Russische gas neemt toe. Dat is niet alleen een geopolitieke zorg; de gaswinning is in Rusland veel vervuilender dan in Groningen of Noorwegen.
Russen lekken methaan
De Russische infrastructuur is zo verouderd dat er methaan weglekt bij de verwerking en het transport van aardgas. Methaan draagt op de korte termijn meer bij aan de opwarming van de aarde dan CO₂, maar liefst 84 keer zo veel, maar het breekt ook sneller af. Willen we de klimaatverandering de komende decennia vertragen, in plaats over een eeuw, dan moeten we zo snel mogelijk minder methaan uitstoten. De Duitsers bereiken met hun anti-kernbeleid het tegenovergestelde.
Wij ook, want we doen hetzelfde. We willen geen gas meer winnen in Groningen, dus stijgt de import. In 2013 kwam nog 29 procent van ons gas uit het buitenland. Inmiddels is dat 72 procent. Ongeveer de helft van onze stroom komt uit gascentrales. In Duitsland is die afhankelijkheid 12 procent. In Spanje 20 procent.
Boosdoener zwijgt
In alledrie de landen zijn de energieprijzen de afgelopen maanden flink gestegen. In Spanje betalen ze maar liefst drie keer zoveel voor stroom als een half jaar geleden. En de winter is nog niet aangebroken. Boosdoener is Rusland, dat minder gas exporteert.
Waarom, weten we niet. Het zou bewust kunnen zijn, misschien uit angst dat de volgende Duitse regering zwicht onder Amerikaanse druk en de Nord Stream 2-pijpleiding toch niet in gebruik neemt. Het zou ook een ongeluk kunnen zijn. Er woedde vorige maand een grote brand in een gasfabriek in Siberië. De Russen houden hun kaken op elkaar.
Omgekeerde wereld
De Tweede Kamer heeft 375 miljoen euro uitgetrokken om de stroom in Nederland betaalbaar te houden. De linkse regering in Spanje verlaagt de btw en dwingt energiebedrijven hun prijzen te verlagen tot ze geen winst meer overhouden. De kerncentrales (Spanje heeft er vijf, met zeven reactoren) langer openhouden is geen optie, laat staan dat er meer worden gebouwd. Ook in Nederland zwengelt de discussie over kernenergie maar moeizaam aan.
Wie de discussie aangaat, stapt in een omgekeerde wereld, schrijf ik in Wynia’s Week. De ferventste tegenstanders van kernenergie zijn de grootste klimaatalarmisten. Die schreeuwen dat we naar de wetenschap moeten luisteren als het gaat om klimaatverandering, maar feiten en cijfers over kernenergie maken geen indruk.
Biomassa treurig voorbeeld
Linkse partijen zijn bereid miljarden euro’s uit te geven aan wind- en zonne-energie, maar wanneer kerncentrales staatssteun nodig hebben — vooral omdat de overheid zulke strenge veiligheidseisen stelt — is dat plots een argument tegen.
Plak ergens het label ‘groen’ op en iedereen wordt enthousiast. Groen gas. Groene waterstof. De subsidiekraan gaat open nog voor een nieuwe techniek grondig is onderzocht. Biomassa is daar een treurig voorbeeld van. Hele bossen zijn gekapt, en daarmee het leven van dieren verstoord, en nu blijkt dat jonge bomen 25 procent minder CO₂ absorberen dan oude bomen. Oeps!
Techniek heeft zich ‘nog niet bewezen’
Voor kernenergie gelden andere regels. Techniek die al decennialang goed werkt wordt door het Planbureau voor de Leefomgeving weggewuifd, want, in tegenstelling tot zon- en windenergie, is kernenergie mettertijd duurder geworden. (Een kwestie van vraag en aanbod: als overheden meer kerncentrales zouden laten bouwen, kunnen fabrikanten de kosten beter spreiden en zakt de prijs.)
Innovatie op het gebied van kernenergie wordt niet eens meegewogen. Zo werken het Amerikaanse General Electric en het Japanse Hitachi samen aan een mini-reactor die kan concurreren met gas- en kolencentrales. Hun ‘kleine’ reactor zou evenveel stroom opwekken als de Magnum-centrale aan de Eemshaven: nog altijd genoeg voor twee miljoen huishoudens. Maar die techniek heeft zich volgens de milieubeweging nog niet ‘bewezen’.
Kortzichtig
Europa beoogt in 2050 ‘klimaatneutraal’ te zijn. Dat betekent dat de uitstoot van broeikasgassen tegen die tijd terug moet zijn op het peil van 1990. Maar als het gaat om kernenergie wordt het tussendoel van 2030 (de uitstoot met de helft terug) heilig verklaard. Jesse Klaver noemde het daarom zelfs een ‘leugen’ dat kernenergie kan bijdragen aan de oplossing. Immers, met het nodige onderzoek en de bouw van een nieuwe kerncentrale ben je al gauw tien jaar bezig.
Raar, die kortzichtigheid, terwijl het klimaatprobleem toch om langetermijnoplossingen vraagt.