Verrassing: belastingverhoging leidt tot minder verkoop
De verkoop van plantaardige melkvervangers is 7 procent gedaald sinds de belasting verdrievoudigde.
In de categorie ‘je verwacht het niet’: wanneer de overheid eten en drinken duurder maakt, gaan mensen er minder van kopen.
Op 1 januari verhoogde de overheid de zogenoemde verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken van 9 naar 26 eurocent per liter. Plantaardige melkdranken, met uitzondering van sojamelk, zijn sindsdien gemiddeld 12 cent duurder geworden.
Koemelk, waaronder chocolademelk, en sojadrank zijn van de verbruiksbelasting uitgezonderd. Beide genoten dus al een concurrentievoordeel dat sinds de tariefswijziging nog groter is geworden.
Gevolg: de verkoop van plantaardige melkdranken nam dit jaar met 7 procent af. Dat blijkt uit een analyse van cijfers van marktonderzoeksbureau Circana door Wakker Dier.
Om zoveel redenen verkeerd
De hogere belasting op plantaardige melk staat haaks op de ambitie van het kabinet om de consumptie van dierlijke eiwitten te verlagen en van plantaardige eiwitten te verhogen.
Nederlanders halen gemiddeld 57 procent van hun eiwitten uit dierlijke voedingsmiddelen, zoals vlees en zuivel. Volgens de Gezondheidsraad is een verhouding van 40 procent dierlijke/60 procent plantaardige eiwitten voor de meeste Nederlanders gezonder. Het levert ook milieuwinst op en vermindert dierenleed, immers er zou minder veeteelt nodig zijn om Nederlanders te voeden.
De belastingverhoging ontmoedigt tevens melkveehouders om (deels) over te stappen op bijvoorbeeld haverteelt. Daarmee ontneemt de overheid boeren toekomstperspectief die óf vanwege stikstof óf door het verval van derogatie en de daardoor gestegen kosten van mestafzet moeten krimpen of stoppen.
De makers van plantaardige melkdranken, die sowieso al moeite hebben om marktaandeel te winnen van zuivel, omdat het gebruik en de consumptie van koemelk in Nederland zo is ingeburgerd, staan sinds de belastingverhoging nog verder op achterstand.
Fruitsapmerken, zoals Appelsientje, Coolbest en Dubbelfriss, voegen nu een klein beetje zuivel aan hun limonadedranken toe om de verbruiksbelasting te ontwijken. Zo neemt de consumptie naar zuivel onbewust toe terwijl Nederlanders gemiddeld al meer zuivel consumeren dan alle volkeren behalve de Denen (257 kilogram per jaar tegenover een wereldwijd gemiddelde van 87 kg).
De toevoeging van koemelk aan limonadedranken is extra pijnlijk voor de 2 procent Nederlanders die lactose-intolerant zijn. Die betalen al meer voor plantaardige melkvervangers en kunnen nu ook nog eens minder andere dranken kopen.
Vijf opties voor nieuwe kabinet
Het vorige kabinet was voornemens om de verbruiksbelasting te differentiëren naar het suikergehalte van dranken, oftewel de verbruiksbelasting te vervangen door een ‘suikerbelasting’. In maart nam de Tweede Kamer een motie van de VVD aan om het volgende kabinet te laten beslissen over die belastingwijziging.
In april stuurde het kabinet vijf opties naar de Kamer:
Een suikerbelasting zonder uitzonderingen.
Een suikerbelasting met uitzondering van mineraalwater.
Een suikerbelasting met uitzondering van mineraalwater en zuivel en sojadranken met een laag suikergehalte. (Min of meer de huidige situatie.)
Een suikerbelasting met uitzondering van mineraalwater en alle zuivel en sojadranken, en belasting van pure vruchten- en groentesappen onder het laagste tarief.
Een suikerbelasting met uitzondering van mineraalwater, alle zuivel en sojadranken, en alle vruchten- en groentesappen.
Een motie van de PvdD om hoe dan ook te komen tot een gelijk fiscaal speelveld voor zuivel en plantaardige melkdranken kreeg eerder deze maand alleen steun van D66, GroenLinks-PvdA, Volt en SP.