Supermarkten en catering trekken de eiwittransitie vooruit
Lidl zet in op minder en beter dierlijk. Plantaardige koffiemelk en kookroom worden het nieuwe normaal.
Je verwacht het misschien niet, maar na Ekoplaza is discounter Lidl de duurzaamste supermarkt van Nederland.
Dat bleek vorig jaar al uit de Superlijst Groen, samengesteld door de denktank Questionmark met hulp van klimaat- en natuurorganisaties Milieudefensie, Mighty Earth en Natuur & Milieu. Lidl scoorde in de categorieën klimaat en eiwittransitie even hoog als Albert Heijn, de nummer drie, en hoger op verduurzaming van de landbouw en verpakkingen.
Inmiddels hebben alle Nederlandse supermarkten afgesproken om in 2030 nog maar 40 procent dierlijke en 60 procent plantaardige eiwitten te verkopen. Nu ligt die verhouding andersom, en is het assortiment dierlijke eiwitten vaak nog groter. (Zie de Eiweet: Landelijke supermarkt eiwitverhouding 2023 van de Green Protein Alliance en ProVeg Nederland.)
40 procent dierlijk en 60 procent plantaardig is volgens de Gezondheidsraad beter voor de meeste mensen en de natuur. En uiteraard voor dieren. Als we minder dieren eten, en bereid zijn om meer te betalen voor de dierlijke producten die we wél kopen, kunnen boeren hun kippen, koeien en varkens een beter leven geven.
Voorbeelden daarvan zijn kleinere porties vlees en zuivel, meer vegetarische kant-en-klaarmaaltijden, minder vaak korting op vlees en vaker korting op vega, en meer vegetarische en veganistische gerechten in de folders en op de websites van supermarkten.
Beter leven voor kippen en varkens
Lidl voegt daar nog een aantal dingen aan toe. De supermarkt is de exclusieve afnemer van Kipster, een concept waarin kippen meer leefruimte hebben en meer van hun natuurlijke gedrag kunnen vertonen. Kipster-eieren dragen daarom drie sterren van het Beter Leven-keurmerk. Verder gebruiken Kipster-boeren voer uit regionale reststromen en wekken zij hun eigen stroom op met zonnepanelen op de daken van stallen.
In de gangbare pluimveehouderij zijn de haantjes van leghennen een restproduct. Zij worden doorgaans op de dag dat ze uit het ei kruipen gedood, vandaar de term ‘ééndagshaantjes’. In Nederland gaat het om zo’n 40 miljoen kuikens per jaar. De Tweede Kamer nam in 2021 een motie aan om het kuikendoden te verbieden. Daar is het nog niet van gekomen; de vorige minister van Landbouw, Piet Adema (CU), gaf de sector enkele jaren de tijd om met alternatieven te komen. Zo zou met genetische modificatie van leghennen of door geslachtsbepaling van eieren (door het Nederlandse bedrijf In Ovo) de geboorte van eendagshanen kunnen worden voorkomen. Duitsland en Frankrijk wachten daar niet op en hebben vorig jaar het doden van eendagshanen verboden.
Bij Kipster groeien de broertjes van leghennen 16 weken op op een biologische boerderij. Daarna worden ze geslacht. Hun vlees — gehaktballen, hanenburgers en rookworsten — wordt door Lidl verkocht onder het merk Kipster. Ook de leghennen worden verwerkt in sommige van deze producten wanneer ze na 20 maanden uit productie gaan.
Er zijn nu drie Kipster-boerderijen. Binnen enkele jaren moeten dat er tien worden. Quirine de Weerd, hoofd corporate affairs van Lidl Nederland, zegt daarover:
Onze klanten willen eieren die duurzamer en diervriendelijker zijn. We kunnen de vraag nauwelijks bijbenen.
Het succes van Kipster heeft een soortgelijk initiatief in de varkenshouderij geïnspireerd: Pigster. In het Brabantse Oirschot wordt de eerste Pigster-stal gebouwd met varkenstoiletten, schuilruimtes en een overdekte speelplaats waarin varkens kunnen wroeten. Net als de kippen van Kipster worden de varkens van Pigster gevoerd op reststromen. Het eerste Pigster-vlees moet later dit jaar bij Lidl in de schappen verschijnen.
Nu al te koop is een gehaktmix bestaande uit 60 procent rundvlees en 40 procent erwteneiwit: gezonder en een derde goedkoper dan rundergehakt. De supermarkten zien dit soort gemengde producten als uitkomst om hun doelstellingen op het gebied van de eiwittransitie te halen. De vleesindustrie ziet er meer brood in dan in volwaardige vleesvervangers.
Groei in plantaardige huismerken
Toch groeit ook de verkoop van plantaardige vlees- en zuivelalternatieven gestaag door. Het is geen toeval dat de huismerken van supermarkten vooral dáár op inzetten terwijl dierlijke productcategorieën in handen blijven van A-merken.
‘Supermarkten hebben met sterke analyses van de data die zij verzamelen de categorieën gevonden waarin zij kunnen groeien,’ vertelt Ananda Roy, senior vicepresident bij marktonderzoeker Circana, in Food&Agribusiness. ‘Door hun directe inzicht in hoe en wat klanten kopen, kunnen zij de innovatieve producten leveren die hun klant wil.’
Circana bekeek het marktaandeel van huismerken ten opzichte van A-merken in de zes grootste markten in Europa, namelijk Frankrijk, Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Italië, Spanje en Nederland. Het aandeel van huismerken in gekoeld vlees, melk en diepvriesvlees daalde met respectievelijk -0,9, -0,2 en -0,1 procent. Het huismerkaandeel steeg in plantaardige categorieën, zoals in de categorie smoothies met 3,3 procent, bij granen- en ontbijtrepen met 2,8 procent en bonenconserven met 2,2 procent.
Minder vlees en zuivel in horeca
Ook in de catering en horeca, die nog weinig vaart leken de maken in de eiwittransitie, is de afgelopen twee jaar een verschuiving op gang gekomen. De verkoop van vleesvervangers aan deze sectoren is in twee jaar tijd meer dan verdubbeld, blijkt uit cijfers van dataspecialist Foodstep opgevraagd door ProVeg Nederland.
Vleesvervangers groeiden het hardst, met 111 procent in volume tussen 2021 en 2023. Zuivelvervangers groeiden in dezelfde periode met 82 procent. Ten opzichte van hun dierlijke tegenhangers bereikten vleesvervangers daarmee een volumeaandeel van 4,3 procent en zuivelvervangers 7,4 procent. Het marktaandeel vlees- en zuivelvervangers is op basis van deze nieuwe cijfers voor het eerst hoger dan dat in de supermarkt. Ook de verkoop van peulvruchten steeg met 33 procent. De verkoop van vlees daalde juist met 2 procent.
De verkoop van dierlijke zuivelproducten is nog harder gedaald. Vier jaar na corona zit het volume dierlijke zuivel nog maar op zo’n driekwart van het niveau van vόόr de pandemie. Plantaardige kookroom heeft inmiddels een marktaandeel van 21 procent in de bedrijfscatering. Plantaardige mayonaise en fritessaus hebben gemiddeld een volumeaandeel van 3,5 procent, maar in de bedrijfscatering al 8 procent. Eén op de vijf melkkoffie’s in de fastservice (afhaalkoffiezaken en andere ‘snelle’ horeca) worden gemaakt met een plantaardige melkvervanger.
Zestien cateraars hebben zich na een oproep van Wakker Dier — één van de 16 organisaties in de Dierencoalitie — verbonden aan dezelfde doelstelling als supermarkten: om in 2030 minimaal 60 procent plantaardige eiwitten te verkopen zonder daarbij hun totale afzet eiwitten te laten groeien.