Sánchez moet niet bang zijn voor federaal Spanje
De nieuwe Spaanse premier moet niet in de fouten van zijn voorganger vervallen.
De nieuwe Spaanse premier, Pedro Sánchez, heeft een kans om zowel de Basken als Catalanen bij Spanje te houden. Maar dan moet hij wel vaart maken, schrijf ik in NRC. De Catalanen verliezen hun geduld en Sánchez verliest mogelijk de volgende verkiezingen.
Eerder deze maand volgde de socialist de rechtse Mariano Rajoy op. In een vertrouwensstemming won hij de steun van Baskische en Catalaanse partijen. Die verwachten nu iets terug.
Sánchez is de Catalanen al tegemoet gekomen: de financiële controle die Rajoy had ingesteld om te voorkomen dat de regio publiek geld zou besteden aan een onafhankelijkheidsreferendum is opgeheven. Een van zijn ministers, Meritxell Batet — zelf Catalaans — suggereerde dat over een grondwetsherziening valt de praten. Sánchez riep daar een jaar geleden al toe op. Rajoy weigerde toen met de Catalaanse regering om tafel te gaan. Die zette vervolgens een referendum door dat door het Spaanse hooggerechtshof was verboden.
In Baskenland gingen vorige week zo’n 175.000 mensen de straat op om voor een soortgelijk referendum te demonstreren. Net als in Catalonië is er in het Baskenland geen meerderheid voor afscheiding. Sterker, waar 40 tot 50 procent van de Catalanen uit Spanje wil, is volgens de peilingen slechts één op de vijf Basken voor onafhankelijkheid.
Dat valt deels te verklaren door de manier waarop Rajoy met de Catalaanse kwestie omging. Voor hij aan de macht kwam, waren de meeste Catalanen hetzij tevreden met de status quo, hetzij wilden zij opgaan in een federaal Spanje. Rajoy zei echter ‘nee’ op alle voorstellen die uit Barcelona kwamen. Op aandringen van zijn partij draaide het hooggerechtshof zelfs een deel van de Catalaanse autonomie terug. Veel Catalanen dachten: dan maar onafhankelijkheid.
Eigen belastingen
Een tweede reden is dat de Basken meer zelfbestuur hebben. Zij heffen hun eigen belastingen en sturen vervolgens geld naar Madrid. De Catalanen financieren wel hun eigen sociale zekerheidsstelsel, maar de meeste belastingen worden door de centrale overheid geïnd. Dat werd tijdens de crisisjaren een gevoelig punt. Catalonië draagt, als een van de rijkste regio’s van Spanje, namelijk meer af dan het terugkrijgt. De meeste Catalanen vinden dat ze teveel betalen.
De ironie wil dat als Rajoy een referendum had toegelaten, de meerderheid waarschijnlijk tegen afscheiding had gestemd. Uit Spanje betekent immers ook uit de EU en de euro — en voor een economie die zo afhankelijkheid is van handel en toerisme als de Catalaanse zou dat funest zijn.
Het gaat om zelfbeschikking
Sánchez moet in het geval van de Basken niet dezelfde fout maken. Het gaat hen niet om onafhankelijkheid; het gaat om zelfbeschikking. Net als de Catalanen willen de Basken hun eigen toekomst bepalen. Zij zien zichzelf als een apart volk, met een eigen taal en een eigen cultuur. Als ze een eigen staat willen, is dat toch zeker hun keuze?
Zo ver is Sánchez nog niet bereid te gaan, maar hij wil wel praten over een nieuwe machtsverdeling. De socialisten hopen dat ze met concrete concessies de angel uit het conflict tussen Madrid en de regio’s kunnen halen. Of dat zo is, is afwachten. Vooral in Catalonië is dit inmiddels een emotionele kwestie.
Sánchez heeft weinig bewegingsruimte. Zijn regering heeft een meerderheid van maar vier zetels. Rajoy's partij en de liberale Ciudadanos verzetten zich tegen verdere federalisering van Spanje. In de peilingen staan de Ciudadanos op voorsprong. Die draaien het liefst de Catalaanse autonomie een tandje terug. Sánchez wil geen vervroegde verkiezingen uitschrijven en tot 2020 aan de macht blijven. De vraag is of andere partijen bereid zijn zo lang te wachten.