Overheid kan meer doen om gezond eten te bevorderen
De meeste Nederlanders eten te weinig bonen, granen, groente, fruit en noten.
De meeste Nederlanders zijn gebaat bij een plantaardiger voedingspatroon. Wie vlees en zuivel inruilt voor bonen, granen, groente, fruit en noten, verkleint het risico op diabetes, hart- en vaatziekten en zelfs kanker. De Gezondheidsraad adviseert een verhouding van 60 procent plantaardige en 40 procent dierlijke eiwitten. Het kabinet streeft vooralsnog naar 50/50 in 2030.
Deze eiwittransitie levert volgens minister van Landbouw Piet Adema (CU) niet alleen gezondheidswinst op; hij schreef de Tweede Kamer in maart dat het ook kansen biedt voor (boeren)bedrijven:
Zo is de eiwittransitie de afgelopen jaren een aanjager geweest voor nieuwe initiatieven op het boerenerf en in de voedselverwerkende industrie, zoals voor de productie en de ontwikkeling van (nieuwe) plantaardige alternatieven.
‘Uiteraard,’ voegt de minister toe, draagt een plantaardiger eetpatroon ook bij aan een beter milieu. Immers, als we minder dieren eten, hoeven we minder dieren vet te mesten en te slachten, waardoor er minder uitstoot is van ammoniak (stikstof) en methaan (een broeikasgas). Als we minder vissen, verstoren we het leven in zee minder.
Denemarken en Duitsland gaan in hun officiële adviezen daarom nog een stap verder. Waar het Voedingscentrum in Nederland maximaal 500 gram vlees — en maximaal 300 gram rood vlees — per week aanraadt, vinden de Denen 350 gram en de Duitsers 300 gram vlees per week voldoende. Het verschil: de Deense en Duitse voedingscentra wegen in hun berekeningen niet alleen humane gezondheid mee, maar ook de gezondheid van de rest van de planeet.
Nederlanders eten gemiddeld iets meer dan 600 gram vlees per week; mannen gemiddeld zelfs 800 gram. De minister waarschuwt in dezelfde brief aan de Tweede Kamer dat zijn 50/50-doelstelling waarschijnlijk niet zal worden gehaald.
Uit de Eiwitmonitor, een project van Wageningen Economic Research dat ieder jaar inzicht zal geven in de balans dierlijke/plantaardige eiwitten in vraag en aanbod, blijkt dat de totale Nederlandse eiwitconsumptie vorig jaar 61 procent dierlijk en 39 procent plantaardig was. Uit eerder onderzoek weten we dat maar 10 procent van de Nederlanders de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid groente en fruit eet.
We aten toch minder vlees?
Dat het aandeel dierlijke eiwitten in ons voedingspatroon niet afneemt, lijkt moeilijk te rijmen met nieuws van de laatste tijd. Zo zegt de helft van de Nederlanders dat ze in 2023 minder vlees zijn gaan eten en blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek dat een kwart van alle hoofdmaaltijden vorig jaar vegetarisch was.
Een deel van de verklaring zou kunnen zijn dat terwijl sommigen minder, anderen juist meer dierlijke producten zijn gaan consumeren.
Een deel van de verklaring is zeker dat weinigen beseffen hoeveel dierlijke producten ze kopen en eten.
Dat komt weer deels doordat we er zo aan gewend zijn. Consumenten weten beter hoe ze met dierlijke eiwitten kunnen koken. Het zit in veel kant-en-klare maaltijden. Het eten van eieren, vlees en zuivel is breed geaccepteerd. Vegetariërs en veganisten ervaren minder onbegrip dan enkele jaren geleden, maar vallen nog steeds buiten de norm.
Het RIVM schreef eerder:
Dit verschil tussen intenties en daadwerkelijke vleesconsumptie kan mede verklaard worden door dat veel keuzes uiteindelijk meer automatisch, routinematig en onbewust worden genomen, en sterk beïnvloed worden door de omgeving. Veel burgers willen rekening houden met duurzaamheid, gezondheid en dierenwelzijn, maar zodra deze waarde-gedreven burgers als consumenten inkopen doen, blijken gewoonten, gemak en betaalbaarheid doorslaggevend.
De ‘omgeving’ is niet alleen de sociale omgeving, maar ook de fysieke omgeving. Een tweede monitor, Eiweet, opgesteld door de Green Protein Alliance en ProVeg Nederland in opdracht van het ministerie van LNV, ziet dat supermarkten Aldi, Dirk, Ekoplaza, Jumbo, Lidl en Plus zo’n 60 procent dierlijke en 40 procent plantaardige eiwitten verkopen.
Het aanbod in de supermarkten is zelfs nóg dierlijker: 68 procent tegenover 32 procent plantaardige eiwitten.
Dierlijke producten worden ook nog eens in grotere verpakkingen aangeboden, gemiddeld 43 procent groter. En plantaardige producten zijn gemiddeld 44 procent duurder.
Twee dashboards op de website van het ministerie van LNV geven verder inzicht in de eiwitverhoudingen tussen supermarkten, in aanbiedingen en in kant-en-klare maaltijden. Ook die zijn zelden vegetarisch, laat staan veganistisch.
Zo is het moeilijk vol te houden dat Nederlanders niet minder dierlijk eten, omdat ze niet willen. Het wordt ons aan alle kanten opgedrongen!
Supermarkten nemen verantwoordelijkheid
De minister ziet ‘een grote rol weggelegd voor partijen die de voedselomgeving en consumptieroutines bepalen, zoals supermarkten, horeca, voedselproducenten en groothandels.’
Supermarkten nemen die verantwoordelijk. Zij hebben zich tot doel gesteld om in 2030 nog maar 40 procent dierlijke en 60 procent plantaardige eiwitten te verkopen, oftewel het tegenovergestelde van nu. Jumbo stopt met aanbiedingen en kortingen op verse vleesproducten om volgend jaar al een balans van 50/50 in de verkoop te bereiken.
16 cateraars doen mee. In de rest van de horeca blijft het stil.
De supermarkten hebben ook afgesproken om vanaf 2030 alleen nog versproducten uit Nederland, zoals vlees en zuivel, te verkopen die voldoen aan de voorwaarden van een ‘topkeurmerk’. Dat zijn volgens Milieu Centraal 2 en 3 sterren van Beter Leven, biologisch en verder onder meer Demeter, EKO, Fairtrade en On the way to PlanetProof. Die producten zijn natuurlijk ook duurder, waardoor de verkoop zou moeten dalen. Misschien niet leuk voor wie iedere dag melk en vlees wil, maar goed nieuws voor boeren. Het helpt hen de omslag te maken naar een dierwaardige en duurzame veehouderij. (Zo komt ook het doel van 15 procent biologische productie en consumptie in 2030, ten opzichte van 4 procent nu, dichterbij.)
Negen voedselmerken zetten ook stappen. Conimex, Fairtrade Original, Jumbo, Knorr, Koh Tai, Patak’s en Plus passen op verzoek van Wakker Dier hun verpakkingen aan, zodat de helft van hun recepten vegetarisch of veganistisch wordt. (Bij Grand’Italia en Lassie is dat al het geval.) Dat maakt het makkelijker om plantaardig te koken.
Overheid kan meer doen
De overheid kan een goed begin maken in de eigen catering. De minister schrijft dat hij ‘blijvende aandacht’ bleef ‘voor de nog te zetten stappen in de verduurzaming van de catering bij de Rijksoverheid.’ Tja. Je kunt het ook gewoon doen.
De meeste politieke partijen willen naar 0 procent btw op groente en fruit. Het is echter niet genoeg om plantaardig voedsel betaalbaarder te maken; dierlijke consumptie moet actief worden ontmoedigd om de omslag te maken, bleek vorig jaar uit onderzoek van NewForesight en dit jaar uit promotieonderzoek van Reina Vellinga van het RIVM.
Toch houdt de Tweede Kamer vlees en zuivel al decennialang kunstmatig goedkoop met belastingvoordelen en subsidies. Onderzoek van ProVeg wijst uit dat tussen 2018 en 2021 maar liefst 71 keer meer subsidie werd verstrekt aan vlees en zuivel dan aan plantaardige en gekweekte alternatieven: 2 miljard euro tegenover 28,7 miljoen. Driekwart van de Nederlanders wil liever dat de overheid de ontwikkeling van alternatieven voor dierlijke producten subsidieert, bleek vorig jaar uit een peiling van Kieskompas. Driekwart vindt ook dat de belasting op plantaardige producten nooit hoger zou mogen zijn dan de belasting op dierlijke producten.
BBB- en PVV-stemmers wijken in hun meningen af. Van hen is (slechts) de helft het met de stellingen eens. De kiezers van D66, GL-PvdA en PvdD zijn juist enthousiaster. NSC- en VVD-kiezers zitten daar tussenin.
Mochten de formerende partijen nog ideeën zoeken voor beleid, dan kan ik de gezamenlijke voedselstrategie aanraden van de Dierencoalitie en 23 innovatieve voedselbedrijven en maatschappelijke organisaties, waaronder Meatable, Mosa Meat, Odin, The Protein Brewery, Upstream Foods en Caring Farmers. We doen daarin 27 aanbevelingen voor beleid langs drie lijnen: een gezond en duurzaam eetpatroon, een gezonde en duurzame landbouw, en gezonde en duurzame voedselpioniers. Klik hier om ze allemaal te lezen.