Negen redenen waarom Nederlanders met gas en licht duurder uit zijn dan de buren
Nederland heeft verreweg de hoogste gasprijs van Europa. Dat maakt ook onze stroom veel duurder.
Wie op 1 juli een energiecontract heeft afgesloten, is met een gemiddeld gebruik — 2.400 kilowattuur elektriciteit, 1.200 m³ gas — bijna 360 euro per maand kwijt. Dat is twee keer zoveel als in Frankrijk en drie keer zoveel als een jaar geleden. Stroom is ook sinds het begin van het jaar al weer 26 procent duurder geworden, gas zelfs 46 procent.
Zelfs klanten die jarenlang extra hebben betaald voor groene stroom, bijvoorbeeld met een HollandseWind & Zon-contract van Eneco, krijgen een hogere energierekening gepresenteerd. Particulieren die zonne-energie opwekken krijgen van Eneco juist minder geld voor de stroom die zij aan het net terugleveren. Dat kan nog eens honderden euro’s per jaar schelen. Volgens het AD wekt een kwart van de 1,8 miljoen huishoudens met zonnepanelen meer stroom op dan ze gebruiken.
Het einde is nog niet in zicht. De Vastelastenbond verwacht dat de energiekosten dit jaar drie keer over de kop zullen gaan. ‘Aan alle kanten hoor je dat de hoop is dat we een zachte winter krijgen,’ zegt Sanne de Jong van prijsvergelijker Gaslicht.com.
Eindelijk minder energiebelasting
De overheid heeft de belastingen verlaagd. Toch blijft de gasprijs hoog, waardoor ook stroom duurder is geworden. Nederland had tot voor kort de hoogste energiebelastingen van Europa, in het bijzonder voor huishoudens en kleine bedrijven. Zoals Wynia’s Week in februari berichtte waren grootverbruikers, zoals AkzoNobel, DSM en Tata Steel, altijd uitgezonderd van het hoogste tarief, uit angst dat ze anders naar het buitenland zouden vertrekken. Ook de glastuinbouw betaalt al jaren minder belasting op aardgas.
Het kabinet heeft de energiebelasting op elektriciteit en de btw op aardgas, elektriciteit en stadswarmte dit jaar voor iedereen verlaagd. Huishoudens tot 120 procent van de bijstandsnorm krijgen er nog eens 1.300 euro bij. Kosten: 6,5 miljard euro.
Toch komen gezinnen en bedrijven in de problemen
Het Nibud verwacht dat zo’n 2,5 miljoen huishoudens — één op de drie — desondanks in de financiële problemen komt. Zinksmelter Nyrstar heeft in Budel, vlakbij de Belgische grens, de productie teruggeschroefd. Met zulke hoge prijzen is geen geld te verdienen. Yara in Sluiskil, eveneens tegen de Belgische grens, produceert minder kunstmest, wat gevolgen zal hebben voor de voedselprijzen. Aluminiumfabriek Aldel legde eind vorig jaar de productie in Delfzijl al grotendeels stil.
Nederland heeft verreweg de hoogste gasprijs van Europa, blijkt uit een vergelijking van de Household Energy Price Index (HEPI). Zelfs de ‘kale’ gasprijs, zonder belastingen en netwerktarieven, is in geen land zo hoog.
Dat geldt ook voor stroom. Frankrijk zit, mét belastingen, op minder dan de helft, Duitsland op ongeveer twee derde van onze prijs. Hoe komt dat? Ik zocht het uit voor Wynia’s Week.
1. Alleen nog maar variabele contracten
Resi Becker, sinds 1 februari de topvrouw van Essent, kijkt naar de overheid. Zij pleit voor (nog) lagere energiebelastingen, subsidies om huizen te isoleren (daarvoor heeft het kabinet de komende acht jaar 4 miljard euro ingeboekt) en strengere regels voor langetermijncontracten. ‘Klanten kunnen makkelijk wisselen van leverancier, wat het aanbieden van langere contracten bemoeilijkt,’ zei Becker eerder deze maand tegen de NOS. ‘Juist met langetermijncontracten kunnen wij de prijs lager houden.’
Waarom verkoopt Essent, net als Eneco en Vattenfall, dan nauwelijks langetermijncontracten meer? De helft van de huishoudens heeft inmiddels een variabel energiecontract. Dat zou dit jaar kunnen oplopen tot 90 procent. Volgens HEPI is het zelfs dé reden dat gas en licht zoveel duurder is in Nederland dan in de rest van Europa: de kosten die energieleveranciers op de groothandel maken, rekenen zij direct door aan hun klanten.
De energiebedrijven willen wel de baten, maar niet de lasten: langetermijncontracten wanneer het hen uitkomt, maar nu even niet.
Toch heeft Becker wel een punt, volgens De Jong. Nu betalen klanten een boete van 50 tot maximaal 125 euro wanneer zij hun energiecontract opzeggen. Vergelijk het met een mobiele telefoon: als je daarvan je abonnement voortijdig opzegt, moet je de volledige kosten van het contract afbetalen. Of een zorgverzekering: daarvan kan je slechts één keer per jaar wisselen.
2. Geen prijsplafond
De Jong voegt toe:
Je ziet in andere landen om ons heen dat overheden veel meer ingrijpen.
Frankrijk en Spanje hebben bijvoorbeeld een prijsplafond ingesteld. Daar ziet Essent niets in. ‘Onze inkoopprijs voor gas is momenteel heel hoog,’ waarschuwt Becker. ‘Als wij dat voor minder geld verkopen aan huishoudens, leidt dat tot instabiliteit.’ Voor Essent welteverstaan.
Haar zorg is niet onterecht. Door het maximaliseren van de prijzen is de Franse energiereus EDF in de financiële problemen gekomen. Het bedrijf was al voor 84 procent in handen van de staat. President Emmanuel Macron wil ook de rest overnemen. Kosten: 10 miljard euro.
In Duitsland heeft de staat een aandeel van 30 procent in Uniper genomen. De koers van het energiebedrijf was 80 procent gezakt. Het kreeg minder gas uit Rusland, maar moest wel langetermijncontracten aan huishoudens en bedrijven nakomen. Kosten voor de belastingbetaler: 15 miljard euro.
De Jong heeft een alternatief: een soort heffingskorting, maar dan voor de energiebelasting. Tot gemiddeld verbruik zouden huishoudens en kleine bedrijven geen belasting betalen over gas en stroom (maar nog wel btw.) Dat beloont energiebesparing. ‘De energiebelasting is in het leven geroepen om te zorgen dat consumenten minder energie gingen gebruiken,’ legt De Jong uit. ‘Dat gebeurt nu wel.’
3. Afhankelijkheid van aardgas
De Fransen wekken 70 procent van hun elektriciteit op in kerncentrales. De Duitsers hebben meer dan 30 procent ‘groene’ stroom en nog eens 8 procent biomassa. Gascentrales waren daar vorig jaar goed voor 15 procent van de elektriciteitsvoorziening.
Nederland haalde toen 46 procent van de stroom uit gascentrales en 14 procent uit kolen. 33 procent was ‘hernieuwbaar’, waartoe in Nederland opmerkelijk genoeg wel biomassa, maar kernenergie juist niet toe wordt gerekend. De kerncentrale in Borssele wekt jaarlijks 4 procent van onze elektriciteit op.
Gas werd deze week voor 327 euro per megawattuur op de Amsterdamse groothandel verhandeld, waar de prijzen voor heel Europa worden bepaald. (Een nalatenschap uit de tijd dat Nederland nog een grote gasproducent was.) Precies een jaar geleden was die prijs 27 euro. Omdat Nederland zo afhankelijk is van gas en energieleveranciers de kosten via variabele contracten kunnen doorrekenen aan hun klanten, voelen wij de gevolgen sneller dan andere Europeanen.
Voor elektriciteit betalen Nederlandse inkopers bijna 700 euro per megawattuur, een verdubbeling ten opzichte van een maand geleden en een vertienvoudiging in een jaar tijd. In Duitsland is de prijs nog hoger: daar wordt stroom voor eind-2022 voor bijna 850 euro per megawattuur ingekocht. Dat was een jaar geleden 80 euro, en toen was dat al duur.
Het verschil komt doordat Duitsland afhankelijker is van Russische gas. Duitsland verbrandt weliswaar minder gas om elektriciteit op te wekken, maar heeft van de winter nog steeds gas nodig om huizen te verwarmen. Gazprom heeft de toevoer via de Nord Stream-pijpleiding voor de tweede keer in twee maanden tijd stilgelegd. Er schijnt weer ‘onderhoud’ nodig te zijn.
4. Gasprijs is leidend
De hoge gasprijs duwt de elektriciteitsprijs omhoog, want de duurste energiebron bepaalt de handelsprijs van stroom.
Joris van Dorp, als energiedeskundige verbonden aan de denktank RePlanet Nederland, legt uit:
Aanbieders van stroom bieden hun productie aan voor een prijs die net genoeg is om hun variabele kosten te dekken.
Voor duurzame energiebronnen, dikwijls met subsidie gebouwd, zijn die variabele kosten laag. Windmolens en zonnepanelen hebben immers geen brandstof nodig, kerncentrales maar een klein beetje. Zij kunnen hun stroom dus voor een lage prijs in de markt zetten.
Maar windmolens en zonnepanelen leveren niet genoeg en niet constant stroom. De meeste landen hebben weinig kerncentrales. Dus moeten biomassa-, gas- en kolencentrales bijspringen. Die hebben hogere kosten, dus vragen ze een hogere prijs.
Er ligt echter geen apart net voor ‘bruine’ stroom. Alle elektriciteit gaat op hetzelfde net, en wordt voor dezelfde prijs verhandeld. Als één energiebron, zoals gas, duurder wordt, trekt dat de hele stroomprijs mee.
Dat is een meevaller voor producenten van ‘groene’ stroom. ‘In de praktijk is de prijs die ze krijgen hoger dan de prijs die ze bieden,’ zegt Van Dorp.
Met het extra geld dat ze zo krijgen kunnen ze hun aandeelhouders dividend uitkeren. Of ze kunnen geld sparen voor het renoveren of vervangen van hun opwekkers.
5. Europese landen bieden tegen elkaar op
Het zijn vooral staatspartijen die veel gas inkopen om de voorraden voor de winter te vullen. In Nederland is dat GasTerra — eigendom van de staat, samen met Shell en Exxon —, in Duitsland Uniper. Zo bieden Europese overheden tegen elkaar op, en stijgt de gasprijs verder.
Het Europese doel is om de gasvoorraden voor 80 procent vol te krijgen. Duitsland zit daar bijna aan. Nederland zit op 72 procent. Rob Jetten (D66), de minister voor Klimaat en Energie, trok deze week nog 200 miljoen euro extra uit om de de gasopslag in Bergermeer bij Alkmaar verder te vullen.
De prioriteit is gastekorten te voorkomen, maar een wrang neveneffect is dat de gasprijs, en dus ook de stroomprijs, voor bedrijven en consumenten stijgt. ‘Vorig jaar waren de verhalen als best wel schrijnend van mensen die de kachel niet meer aandeden,’ zegt De Jong. ‘Ik denk dat die verhalen dit jaar nog vele malen erger zullen zijn.’ Dan zitten de gasvoorraden misschien vol, maar kunnen consumenten het gas niet meer betalen.
6. Geen alternatief voor Groningen
Tot enkele jaren geleden kon Nederland, als belangrijkste gasexporteur van Europa, prijsschommelingen opvangen door de productie naar boven of beneden bij te stellen. Duitsland was onze grootste klant.
Dat gaat niet meer. De gaswinning in Groningen moet volgend jaar naar nul. Nederland houdt enkele gasvelden in de Noordzee over.
We hebben ons niet goed voorbereid op een leven na Groningen. Russisch gas werd lang gezien als alternatief, ook in Duitsland. Waarschuwingen daarover werden weggewuifd. Om van Nederland de ‘gasrotonde’ van Europa te maken, was Russisch gas onmisbaar. De Nederlandse gasrotonde was in belangrijke mate de draaischijf voor Poetin.
Shell, GasTerra, de Gasunie, het ministerie van Economische Zaken en zelfs Nederlandse waterschappen en gemeenten, die van Gazprom gas kochten, hielden vol dat het allemaal om ‘commerciële’ betrekkingen ging. Zelfs nadat Rusland meerdere malen de gaskraan naar Oost-Europa had dichtgedraaid. Voor Rusland is gas altijd van strategische waarde geweest.
Nederland bouwde, in tegenstelling tot Duitsland, wel een terminal in Rotterdam om vloeibaar aardgas (LNG) uit tankers te pompen. Maar we hebben geen langetermijncontracten afgesloten voor de aanvoer van LNG uit bijvoorbeeld Amerika, Egypte en Qatar.
7. Te weinig pijpleidingen naar het zuiden
Amerika kan veel LNG exporteren, maar het is geen onuitputtelijk bron. Ook is de transportcapaciteit beperkt. Er zijn de afgelopen twee jaar honderd LNG-tankers bijgekomen, maar wereldwijd zijn er niet meer dan 700 in gebruik. De wereldhandel in LNG was vorig jaar 516 miljard m³. Het Europese gasverbruik was toen 400 miljard m³. Japan, dat vrijwel geheel afhankelijk is van LNG, verbruikte 100 miljard m³.
Een alternatief is aardgas uit Algerije, de vijfde producent ter wereld na Amerika, Rusland, Iran en Canada. Er liggen pijpleidingen naar Italië en Spanje, maar de capaciteit om gas vervolgens over de Alpen en Pyreneeën te pompen is beperkt. Spanje heeft jaren geleden in Catalonië een pijpleiding aangelegd naar de Franse grens, maar de Fransen hebben die nooit aangesloten omdat ze dachten dat ze niet meer gas nodig hadden. Dat moet nu alsnog gebeuren.
Sinds 2020 loopt er een pijpleiding naar Azerbeidzjan via Griekenland en Turkije, maar die heeft een capaciteit van slechts 10 miljard m³ gas per jaar. Ter vergelijking: Nord Stream 1 kan jaarlijks 55 miljard m³ Russisch gas richting Duitsland pompen. Als het Poetin behaagt.
8. Sancties tegen Rusland
De grondoorzaak van de hoge prijzen is de oorlog in Oekraïne en de wens van Europa om minder afhankelijk te worden van Russisch aardgas. Vorig jaar kochten de Europese landen ongeveer 40 procent van hun gas in Rusland. Dat is gedaald naar 20 procent. Toch verdient Rusland nog evenveel aan de verkoop van gas, omdat de prijzen zo zijn gestegen.
9. Zwakke euro
Tenslotte speelt de zwakke euro mee. Een jaar geleden kostte 1 dollar nog 83 eurocent. Inmiddels zijn de twee valuta evenveel waard. En aardgas wordt wereldwijd — Rusland daargelaten — in dollars verhandeld. Zelfs als de prijs in dollars gelijk was gebleven, waren Europeanen dus meer gaan betalen.
De koers van de dollar is vooral gestegen omdat de Amerikaanse centrale bank de rente heeft verhoogd. De Europese Centrale Bank (ECB) is voorzichtiger. Die verhoogde de rente deze zomer van 0 naar 0,5 procent. Een hogere rente remt de inflatie af, maar leidt er ook toe dat overheden die hoge schulden maken meer betalen voor hun leningen. Dat zou vooral Italië, de derde economie van Europa, slecht uitkomen. En de ECB, die heeft er — dat is de afgelopen tien jaar wel gebleken — vrijwel alles voor over om Italië bij de eurozone te houden.