Meeste Nederlanders willen meer dierenwelzijn in veehouderij
70 procent ziet ruimte voor verbetering.
Zeven op de tien Nederlanders wil dat het welzijn van dieren in de veehouderij de komende jaren wordt verbeterd. Bijna 60 procent denkt niet dat dat kan in megastallen.
Dat blijkt uit een peiling van Kantar Public onder 2.082 Nederlanders voor de Raad voor Dierenaangelegenheden. De resultaten zijn verwerkt in het rapport Staat van het Dier 2024 en komen overeen met de bevindingen van een peiling die de Dierenbeschermingen en de Dierencoalitie vorig jaar lieten uitvoeren door Kieskompas onder 6.934 Nederlanders. De resultaten daarvan zijn terug te lezen in de Dierenkieswijzer 2023.
Natuurlijke gedrag
Vier op de vijf kiezers zeiden destijds dat dieren in de veehouderij hun natuurlijke gedrag moeten kunnen vertonen. Dit betekent dat varkens kunnen wroeten, geiten kunnen klimmen en kalfjes bij de koe drinken. Vier op de vijf vonden ook dat dieren iedere dag naar buiten moeten kunnen.
In het onderzoek van Kantar daarentegen zegt slechts 20 procent het aanvaardbaar te vinden dat kippen, koeien en varkens ‘onvoldoende ruimte en afleiding krijgen’ zolang dat ‘geen negatieve gevolgen heeft voor hun lichamelijke gezondheid.’ Als productiedieren in de veehouderij niet de mogelijkheid kunnen krijgen om hun natuurlijk gedrag te vertonen, dan vindt 47 procent dat we die soorten niet als productiedier zouden moeten willen houden.
Kan beter
40 procent denkt dat het welzijn van productiedieren de afgelopen tien jaar ‘sterk’ is verbeterd. 18 procent denkt van niet. De rest is onzeker. Toch vindt bijna 70 procent dat het de komende jaren (nog) beter moet.
Eén op de drie Nederlanders vindt dat houders en verzorgers van productiedieren ‘het maximale’ doen om het welzijn van hun dieren te waarborgen. Een kwart is het daar niet mee eens, de rest is onzeker.
Eén op de drie denkt ook dat het mogelijk is om dierenwelzijn te waarborgen ‘in de huidige vorm van veehouderij.’ Bijna 40 procent denkt van niet. 27 procent twijfelt.
Wanneer de vraag over megastallen wordt gesteld, neemt de twijfel af. Slechts 21 procent denkt dat dierenwelzijn in megastallen mogelijk is, bijna 60 procent gelooft dat niet.
Uit het onderzoek van Kieskompas bleek dat twee derde van de Nederlanders een verbod op megastallen wil. Opvallend was dat ook kiezers van CDA, ChristenUnie, NSC en VVD bij meerderheid zo’n verbod steunen.
Meest bezwaarlijk
Het meest bezwaarlijk aan de manier waarop we met dieren in de veehouderij omgaan, vinden Nederlanders het transport van dieren over lange afstanden. 37 procent noemt dit als negatieve kant van de veehouderij.
Wie daar meer over wilt weten, raad ik dit verhaal in NRC aan over kalvertransporten vanuit Ierland en hoe Eyes on Animals — één van de organisaties in de Dierencoalitie — zich inspant om misstanden aan het licht te brengen. De Tweede Kamer steunde in september een motie van de Partij voor de Dieren om een einde te maken aan de import van kalfjes. Minister van Landbouw Piet Adema (CU) zegt die wens te delen, maar hij is gebonden aan Europese regels. Harm Holman (NSC) vroeg de minister in april of er dan niets is dat hij zélf kan doen.
Op de tweede plaats komt ‘krappe en saaie huisvesting’. Dit wordt door 33 procent als een probleem genoemd. Een ‘dierwaardige’ veehouderij, in lijn met de zes principes van de Raad voor Dierenaangelegenheden — waaronder een goede omgeving, natuurlijk gedrag kunnen vertonen en een positieve emotionele toestand voor dieren — zou daar een einde aan moeten maken. Dankzij een amendement van D66 en VVD zijn die zes principes opgenomen in de wet met een deadline van 2040. De volgende minister van Landbouw moet daar concreet invulling aan geven met richtlijnen voor nieuwe veehouderijsystemen.
Geen spanning
De politiek en veehouderij worstelen met enerzijds de maatschappelijke behoefte om het welzijn van dieren te verbeteren en anderzijds het verminderen van schadelijke uitstoot van ammoniak (stikstof) en broeikasgassen (in de veehouderij vooral methaan).
De meeste Nederlanders voelen die spanning niet. Vier op de vijf zeiden vorig jaar tegen Kieskompas dat dieren niet moeten worden opgehokt om uitstoot te voorkomen. Met gesloten stalsystemen en luchtwassers kan de uitstoot van ammoniak en broeikasgassen — en stank — worden teruggebracht. Om de investeringen die daarvoor nodig zijn te financieren, schalen boeren vaak op. Vandaar ‘megastallen’. Slechts 5 procent van de door Kieskompas ondervraagden vond dit een goed idee.
Dezelfde 5 procent komt terug in het onderzoek van Kantar. 82 procent vindt juist dat het welzijn van dieren niet mag lijden onder het reduceren van emissies. 13 procent twijfelt of heeft geen mening.