Kweekvlees is aan opschaling toe
Nederland is koploper, maar om kweekvlees op de markt te brengen is techniek én politieke steun nodig.
Het duurt niet lang meer voordat Nederlanders kweekvlees kunnen proeven. De kweekvleessector en ministeries van LNV en Volksgezondheid sloten onlangs een convenant dat proeverijen op locatie mogelijk maakt. Daarmee wordt uitvoering gegeven aan een motie van Tweede Kamerleden Tjeerd de Groot (D66) en Peter Valstar (VVD) uit maart 2022. Meatable en Mosa Meat, de twee Nederlandse kweekvleesbedrijven, verwachten begin 2024 de eerste proevers te kunnen verwelkomen.
Kweekvlees biedt in theorie de mogelijkheid om vlees te blijven eten zonder dierenleed en grootschalige uitstoot van ammoniak (stikstof) en methaan (een broeikasgas). Vandaar dat Liberaal Groen, het duurzaamheidsnetwerk van de VVD, de ontwikkelingen al een tijd met belangstelling volgt. Kweekvlees is een mooi voorbeeld van hoe verduurzaming en economische groei hand in hand kunnen gaan. Het is nota bene een Nederlandse uitvinding!
Twee jaar geleden (voor mijn tijd bij Liberaal Groen) was er een webinar met onder andere Peter Valstar en Maarten Bosch van Mosa Meat. In mei 2022 (ik was toen net lid geworden van Team Voedsel) organiseerden we een webinar met Ira van Eelen, de autoriteit op het gebied van kweekvlees in Nederland en mede-oprichter van RESPECTfarms, en Caroline Wilschut, commercieel directeur van Meatable. Daar kwam een position paper uit voort, waarin we uiteenzetten waar de knelpunten zitten en wat de politiek moet doen om kweekvlees een kans te geven. Die werd op 14 november aan Valstar en Europarlementariër Jan Huitema aangeboden.
Mijn eigen interesse werd in 2019 gewekt, toen ik bij XPRIZE meeschreef aan het ontwerp van een prijsvraag om de ontwikkeling van dier- en slachtvrije kip- en visfilet aan te jagen. Die prijsvraag, Feed the Next Billion, is alweer aan de voorlaatste ronde toe. De winnaars maken kans op 15 miljoen dollar om hun technologie op te schalen.
Opschaling is precies een van de uitdagingen, schrijf ik in een verhaal voor Nieuwe Oogst. Mosa Meat kan met een halve gram cellen uit één dier 80.000 hamburgers kweken. De cellen worden in bioreactoren gevoed met de nutriënten en vitaminen die een koe of kalf anders haalt uit gras en veevoer. Maar die voedingsstoffen komen vooralsnog uit de farmaceutische- of voedingsmiddelenindustrie en zijn erg prijzig. Zolang er geen goedkopere aanbieders zijn, blijft kweekvlees duurder dan traditioneel vlees.
Mosa Meat is met veevoerfabrikant Nutreco in zee gegaan om alternatieven te ontwikkelen. Schaalvergroting kan ook helpen. Bedrijven gebruiken nu bioreactoren van 50 liter. 1 liter staat gelijk aan zo'n 100 gram vlees. Om te concurreren met gangbaar vlees, zegt Meatable een capaciteit van 10.000 liter nodig te hebben. Er moeten dus veel meer en vooral grotere reactoren worden gebouwd om de productie op te schalen.
Meatable werkt samen met DSM, dat al bioreactoren voor de geneesmiddelenindustrie fabriceert. Mosa Meat bouwt zelf vaten van 200 liter. In Amerika beweert concurrent Good Meat bioreactoren van 250.000 liter te willen ontwikkelen.
Zulke enorme reactorvaten vreten energie, en dan komt de klimaatimpact van kweekvlees om de hoek kijken. Aan de Universiteit van Californië is uitgerekend dat, met het huidige stroomaanbod, dat vooral fossiel is opgewekt, kweekvlees wel eens meer in plaats van minder uitstoot van broeikasgassen kan veroorzaken dat de intensieve veehouderij.
Dat is natuurlijk een pessimistische aanname: wereldwijd, ook in Amerika, wordt hard gewerkt om fossiele brandstoffen uit te faseren ten gunste van hernieuwbare- en kernenergie.
Maar ook op andere vlakken vraagt kweekvlees om optimisme. Zo kunnen bedrijven gehakt en kleine stukjes vlees kweken, om bijvoorbeeld nuggets of worsten van te maken. Ingewikkeldere vleesstructuren, zoals een biefstuk, zijn nog toekomstmuziek.
Dan is er de politiek. Italië heeft kweekvlees op voorhand verboden. In Frankrijk is de (liberale) regering weinig enthousiast. Kweekvlees zal best door een onafhankelijke keuring van de Europese voedsel- en warenautoriteit komen. Het is immers ook in Amerika en Singapore goedgekeurd. Maar of vervolgens een meerderheid van de Europese ministers van Landbouw akkoord gaat, zal afhangen van welke partijen er tegen die tijd in landen als Italië, Frankrijk, Polen en Spanje (de grootste ontvangers van EU-landbouwsubsidies) aan de macht zijn.
Klik hier om mijn verhaal in Nieuwe Oogst te lezen. Daarin ook reacties van Vion, de grootste slachter van Nederland, en de Centrale Organisatie voor de Vleessector. Klik hier voor het position paper van Liberaal Groen. Daarin meer over het potentiële marktaandeel van kweekvlees en de toelatingsprocedure in Europa.