Gesprekken in Catalonië leveren niets op, maar Sánchez kan niet anders
Catalaanse en Spaanse ministers kwamen deze week voor het eerst in anderhalf jaar weer bijeen. De voornaamste uitkomst van het gesprek was een afspraak om verder te praten. Dat is niet niets, gelet op de moeizame voorgeschiedenis, maar natuurlijk ook geen doorbraak. Een oplossing van het langslepende conflict is nog niet in zicht.
De socialistische premier Pedro Sánchez beloofde bij zijn aantreden het dialoog te herstellen dat onder zijn rechtse voorganger, Mariano Rajoy, was verbroken. Voor Esquerra Republicana, de linkse onafhankelijkheidspartij van Catalonië, voldoende reden om Sánchez te steunen. De premier leidt een minderheidskabinet. Esquerra heeft net genoeg zetels om hem een meerderheid te geven.
Steun voor onafhankelijkheid nam toe
Van onderhandelingen kwam het echter niet. De pandemie gooide roet in het eten. Dat kwam Sánchez eigenlijk ook wel mooi uit: zelfs zijn eigen partij is verdeeld over de Catalaanse kwestie. Rechtse oppositiepartijen spreken schande over zijn toenaderingspoging, maar bieden geen alternatief.
In de zeven jaar dat de conservatieve Partido Popular (PP) onder Rajoy aan de macht was, nam de steun voor onafhankelijkheid in Catalonië toe. Honderdduizenden Catalanen gingen jaarlijks de straat op om hun zelfbeschikkingsrecht op te eisen. Spanje erkent dat niet.
De liberale regeringspartij van Catalonië, Convergència Democràtica, had zich lang tegen de onafhankelijkheidsbeweging verzet, maar ging in de jaren 2010-2012 overstag. Toch weigerde Rajoy ook maar te onderhandelen met de Catalaanse regering, laat staan dat hij hun eisen inwilligde. Bovenaan de lijst: een referendum over onafhankelijkheid.
Het onafhankelijkheidsreferendum van 2017
Convergència gaf de hoop op en ging op in een nieuwe partij, Junts per Catalunya (Samen voor Catalonië), dat onomstotelijk voor onafhankelijkheid koos. Samen met Esquerra en de kleinere CUP wonnen de separatisten in 2012 de verkiezingen. Sindsdien hebben de drie geen verkiezing verloren.
In 2017 was hun geduld op. Na jaren bot te hebben gevangen in Madrid, schreven de partijen een onafhankelijkheidsreferendum uit. Het Constitutionele Hof van Spanje had zo’n stemming verboden en Rajoy trad hard op. Spaanse oproerpolitie werden met bussen Catalonië ingereden. Zij namen stembiljetten in beslag en raakten slaags met vrijwilligers en kiezers. Meer dan duizend Catalanen belandden in het ziekenhuis.
Puigdemont vlucht naar buitenland
De opkomst was laag. De meeste tegenstanders van afscheiding waren thuisgebleven. Toch grepen de separatisten het referendum aan om de Catalaanse onafhankelijkheid uit te roepen. Daarop trok Rajoy het Catalaanse zelfbestuur voor het eerst sinds de dictatuur in. Het regionale parlement werd ontbonden. Leden van de Catalaanse regering werden gearresteerd. President Carles Puigdemont vluchtte naar het buitenland.
In de daaropvolgende verkiezingen wonnen de separatisten echter weer een meerderheid. Het was Rajoy die het veld moest ruimen. Sánchez volgde hem in 2018 op.
Rechters verbieden referendum
De Catalaanse politici die door het Spaanse Hooggerechtshof schuldig waren bevonden aan ‘opruiing’ tegen de Spaanse staat, en tot gevangenisstraffen van maar liefst 13 jaar waren veroordeeld, werden door Sánchez vrijgelaten. Hij weigert echter een generaal pardon, waardoor Puigdemont nog altijd voortvluchtig is. Ook houdt Sánchez vol dat hij geen referendum kan toestaan.
Daar heeft hij een punt. Een referendum is door de rechters verboden, niet door de Spaanse regering. Om dat te veranderen moet óf de Grondwet worden gewijzigd óf de samenstelling van het Hof. (De meeste rechters zijn conservatief.) Dat vereist een tweederdemeerderheid in het Congres die Sánchez niet heeft.
Meeste Catalanen willen meer zelfbestuur
Over andere zaken is wel te praten. Zo zou Catalonië dezelfde rechten kunnen krijgen als het Baskenland, dat zelf belasting int en ieder jaar een deel overmaakt naar Madrid. In Catalonië haalt de Spaanse overheid de belasting op. De Catalaanse regering moet ieder jaar om geld ‘terug’ vragen. Toen de PP aan de macht was, werd dat plots minder. Op het gebied van gezondheidszorg, infrastructuur, politie en welzijn hebben zowel de Catalaanse als de Spaanse regering bevoegdheden. Die zouden allemaal overgeheveld kunnen worden naar de regio-regering.
Daarmee zou ook de angel uit de onafhankelijkheidsbeweging kunnen worden gehaald. De meeste Catalanen willen meer zelfbestuur. Slechts 30 procent is tevreden met de huidige situatie. Een evengroot aantal wil per se uit Spanje. Nog eens 25 procent zou liever een autonome staat in een federaal Spanje worden. Dwing de Catalanen echter te kiezen en dan stemt 45 procent voor afscheiding en 49 procent tegen. Meer autonomie is het voordehandliggende compromis.
Meer zelfbestuur, minder steun voor onafhankelijkheid
Waarom is daar in al die jaren dan nooit over gepraat?
In de eerste plaats omdat andere Spanjaarden de Catalanen weinig gunnen. Eén op de vier vindt dat Catalonië genoeg autonomie heeft. 51 procent vindt zelfs dat de regio teveel macht heeft! Slechts 12 procent van de Spanjaarden is bereid Catalonië meer zeggenschap te geven, en dat zijn vooral Basken.
In Catalonië liggen de radicale separatisten dwars, zowel op rechts (Junts) als extreem-links (CUP). Die vrezen — terecht — dat wanneer Catalonië meer zelfbestuur krijgt, de steun voor onafhankelijkheid zal afnemen. Dus verzetten zij zich tegen onderhandelingen en houden ze de Catalanen voor dat onafhankelijkheid de enige uitweg is. De ministers van Junts weigerden deze week aan te schuiven bij het gesprek met hun Spaanse ambtgenoten.
Voor Sánchez is er weinig te winnen
Sánchez zit tussen twee vuren. Rechtse partijen beschuldigen hem van ‘landverraad’, omdat hij überhaupt met de Catalanen praat. Voor de meeste separatisten hebben de gesprekken geen zin zolang Sánchez een referendum en amnestie weigert.
Sánchez kan nauwelijks politiek gewin uit de onderhandelingen slaan. De rechtervleugel van zijn eigen partij blaast ze liever morgen nog op. Die zien dat kiezers overlopen naar de PP. Toch kan hij weinig anders dan een poging wagen. Anders blijft het conflict dooretteren en komt het op een gegeven moment weer tot ontploffing.