Duitse SPD zit in dezelfde onmogelijke spagaat als PvdA
Sociaaldemocraten willen er voor zowel de arbeider als de middenklasse zijn.
Sociaaldemocraten wilden altijd arbeiders- en middenklasse verbinden. Maar wat als die niet meer verbonden willen worden, vraag ik vandaag in NRC.
De sociaaldemocraten in Duitsland dreigen dezelfde fout te maken als de PvdA in Nederland. De partij weigert afscheid te nemen van een slinkend deel van de achterban en loopt daarmee het risico dat het een grotere groep kiezers van zich vervreemdt.
De PvdA zag in maart hoogopgeleide kiezers met een optimistische kijk op de wereld overlopen naar D66 en GroenLinks. Veel laagopgeleiden en werklozen waren al naar de PVV of de SP overgestapt.
Toch richtte de partij zich nadrukkelijk op die tweede groep, bijvoorbeeld met het voorstel om flexwerk aan banden leggen en om goedkope arbeidskrachten uit Oost-Europa te weren. Jan met de pet was er niet van onder de indruk, maar Roderik in de grote stad vroeg zich af wat hij nog bij de PvdA te zoeken had.
Zelfde spanning in Duitsland
De SPD voelt diezelfde spanning. In het verkiezingsprogramma — Duitsland kiest op 24 september een nieuwe Bondsdag — staan onder meer hogere belastingen voor de rijken en voorstellen om tijdelijke contracten terug te dringen, twee maatregelen waarvan de gewone arbeider moet profiteren. Maar daarnaast willen de sociaaldemocraten het ouderschapsverlof versoepelen en pleiten ze voor ‘sociale rechtvaardigheid’. Dat moet juist tweeverdieners met een middeninkomen aanspreken.
In die dubbelzinnigheid schuilt het probleem: de partij wil er voor iedereen zijn, maar dat gaat niet. De fabrieksarbeider en de vrachtwagenchauffeur hebben heel andere wensen en belangen dan de docent en de fysiotherapeut.
De eerste groep ziet en voelt vooral de keerzijden van open grenzen; de laatste profiteert ervan. Progressieve kiezers maken zich druk om LHBT-rechten en genderkwesties die de meeste arbeiders koud laten.
Een linkse arbeiderspartij wordt zo een contradictio in terminis. De PvdA kwam daar begin dit jaar achter. De Franse socialisten ervaren dat nu ook. De Duitsers stevenen nog niet op zo’n kolossale verkiezingsnederlaag af, maar kans om de grootste te worden maken ze niet meer.
Het zit in het sociaaldemocratische bloed om de arbeiders- en de middenklasse te verbinden, maar wat als die twee niet meer verbonden willen worden?
Lage inkomens naar de flanken
De meeste Duitsers met een laag inkomen kiezen al voor extreemlinks (Die Linke) of extreemrechts (AfD). Nog maar 17 procent van de SPD-achterban werkt met de handen. De rest zit op kantoor, staat voor de klas of werkt vanuit huis. Die kiezers willen niet dat hun partij illiberale trekken aanneemt in een poging lageropgeleiden terug te winnen.
En het is maar de vraag of zo’n poging de moeite waard is. Net als in Nederland voelt de oude SPD-stemmer zich in de steek gelaten.
De partij versoberde begin deze eeuw de sociale zekerheid en versoepelde de arbeidsmarkt. Ook worden de sociaaldemocraten (mede-)verantwoordelijk gehouden voor het mislukken van de multiculturele samenleving. Dat vertrouwen is niet eenvoudig terug te winnen. Probeert de SPD dat toch, dan verwaarloost het de kiezers die het nog heeft.